Het citaat weerspiegelt de strijd van een gezin in Barbara Kingsolver's roman "The Poisonwood Bible" terwijl ze worstelen met hun inspanningen om Gods gunst te verdienen. Het sentiment suggereert dat ze ondanks hun harde werk een onderliggende verwachting voelen dat meer van hen nodig is. Dit creëert spanning en benadrukt de complexe relatie tussen geloof, inspanning en goddelijke goedkeuring.
In deze context wordt de rol van de vader cruciaal, omdat hij de taak heeft om te ontcijferen welke aanvullende acties of offers nodig kunnen zijn om een hogere macht te sussen. Dit thema van het streven naar acceptatie en het begrijpen van de aard van het geloof resoneert door het hele verhaal, ter illustratie van de uitdagingen van het vinden van doel en erbij horen in een vreemd land.