Ons is verteld dat er een tijd komt wanneer God alles zal herstellen. Dit is een inclusieve belofte. Het omvat veel meer dan God alleen het herstellen van niet -bodische mensen herstelt om in een geestelijk rijk gemeenschap te zijn. {Omdat leven in een geestelijk rijk niet is waar mensen voor werden gemaakt en ooit genoten, zou het niet in aanmerking komen als "herstellen". En het herstellen van het hele fysieke universum naar wat het ooit was.
(We're told that a time is coming when God will restore everything. This is an inclusive promise. It encompasses far more than God merely restoring disembodied people to fellowship in a spirit realm. {Because living in a spirit realm is not what humans were made for and once enjoyed, it would not qualify as "restoring."} It is God restoring mankind to what we once were, what he designed us to be-fully embodied, righteous beings. And restoring the entire physical universe to what it once was.)
Het citaat benadrukt de belofte van een alomvattende herstel die door God wordt voorgesteld, die alleen maar overstijgende zielen overstijgt in een spiritueel rijk. Het stelt dat ware restauratie een terugkeer naar onze oorspronkelijke staat inhoudt als belichaamde wezens, die in het fysieke universum opereert zoals ontworpen door God. Dit suggereert dat de menselijke ervaring een tastbaar, fysiek bestaan omvat, in plaats van een etherische, in lijn met onze intrinsieke aard.
Deze restauratie reikt verder dan individuele zielen om het hele fysieke universum te omvatten. Volgens Alcorn omvat Gods plan het verjongen van zowel de mensheid als de schepping zelf, waardoor het idee wordt versterkt dat de vervulling van de goddelijke belofte is geworteld in een holistische vernieuwing die onze oorspronkelijke belichaming en de fysieke wereld om ons heen eert.