Wat het ook in mij was, welke kernel diep van binnen die me in staat stelde om in feeën te geloven, in Peter, in het Neverland zelf, dit was mijn bron van kracht. Niemand zou dat ooit van me kunnen afnemen. Zolang ik geloofde, ongeacht waar ik was of met wie ik altijd zou horen. Omdat ik in mijn eigen hart thuis was. Wendy
(Whatever it was inside of me, whatever kernel deep inside that enabled me to believe in fairies, in Peter, in the Neverland itself, this was my source of strength. No one could ever take that away from me. As long as I believed, no matter where I was or with whom, I'd always belong. Because I was at home in my own heart. Wendy)
In "Second Star to Right" reflecteert Wendy op een diepgaand deel van haar identiteit waarmee ze geloof kan omarmen in fantastische dingen zoals feeën en Peter Pan. Dit geloof dient als een diepe bron van kracht voor haar, wat aangeeft dat het een essentieel aspect van haar innerlijke zelf is dat niemand kan verminderen. De essentie van haar geloof in magie en wonder draagt bij aan haar veerkracht en gevoel van verbondenheid.
Wendy voelt een sterke band met haar eigen hart, dat een gevoel van thuis in zichzelf creëert. Dit interne heiligdom stelt haar in staat om haar identiteit te behouden, ongeacht externe omstandigheden of relaties. Zolang ze haar geloof in deze betoverende ideeën vasthoudt, zal ze altijd een plek vinden waar ze thuishoort, en het thema versterkt dat innerlijke overtuiging krachtig en zelfvoorzienend is.