Maar overal om je heen wordt de tijdwaarneming genegeerd. Vogels zijn niet te laat. Een hond kijkt niet op zijn horloge. Herten maken zich geen zorgen over voorbijgaande verjaardagen. Alleen de mens meet de tijd. De man alleen luidt het uur. En hierdoor lijdt alleen de mens aan een verlammende angst die geen enkel ander wezen kan verdragen. Een angst dat de tijd dringt.
(Yet all around you, timekeeping is ignored. Birds are not late. A dog does not check its watch. Deer do not fret over passing birthdays. Man alone measures time. Man alone chimes the hour. And because of this, man alone suffers a paralyzing fear that no other creatures endures. A fear of time running out.)
In "The Time Keeper" door Mitch Albom reflecteert de auteur over de aard van tijd en de unieke relatie van de mensheid ermee. In tegenstelling tot dieren die in harmonie leven met de natuurlijke ritmes van het leven, zijn mensen de enige wezens die bewust tijd meten en structuur opleggen. Deze obsessie leidt tot een constant bewustzijn van het passeren van tijd, het creëren van angst en angst die afwezig zijn in andere wezens die in het moment leven.
Het idee dat mensen alleen een verlamde angst voor tijd hebben, onthult een dieper commentaar op de menselijke conditie. Terwijl vogels, honden en herten hun bestaan voortzetten zonder bezorgdheid om minuten of uren, bevordert de fixatie van mensen op tijd zich zorgen over veroudering en de vluchtige aard van het leven. Dit onderscheid onderstreept de bewustzijnslast, waar het bewustzijn van de tijd kan leiden tot lijden als men contact met het heden verliest.