Hij liet zijn dikke oogleden zakken, overweegt. Hij voelde dat de leegte de dingen verslond was, en dat hij de zonnestraal wilde beklimmen, of oplost in een druppel dauw, of de brullende wind in de kelder rijdt, maar een stem die uit de diepten van zijn hart opkwam, vertelde hem dat wanneer de leiding op de aarde kwam, het zou worden gevuld met de stromen van de meest genoemde, de meest majestueuze, de meest majeste, de meest majeste, de meest majeste.
(He lowered his thick eyelids, contemplating. He felt that the emptiness was devouring things, and that he wanted to climb the sunbeam, or dissolve in a drop of dew, or ride the roaring wind in the basement, but a voice rising from the depths of his heart told him that when the emptiness came to the earth, it would be filled with the flows of the Most Merciful, the Most Majestic.)
In deze passage van 'The Harafish' van Naguib Mahfouz ervaart de hoofdrolspeler een diep gevoel van leegte dat zijn omgeving lijkt te consumeren. Terwijl hij overweegt, wil hij aan dit gevoel ontsnappen door levendige beelden van het beklimmen van zonnestralen, oplossen in dauw of de wind rijden, zijn verlangen naar transcendentie en bevrijding van zijn huidige staat benadrukt. Dit verlangen weerspiegelt een universele zoektocht naar betekenis en verbinding in het leven.
Maar, temidden van dit gevoel van leegte, hoort het personage een geruststellende stem van binnenuit, wat suggereert dat zelfs in tijden van leegte, men troost kan vinden in aanwezigheid van een welwillende kracht. Deze stem brengt hoop over, wat aangeeft dat de leegte uiteindelijk zal worden gevuld met genade en vrijgevigheid, gesymboliseerd door "de stromen van de meest barmhartige, de meest majestueuze." Deze dualiteit vangt de strijd tussen wanhoop en de mogelijkheid van goddelijke interventie die troost en vervulling brengt.