In Philip K. Dick's "Galactic Pot-Healer" reflecteert de hoofdrolspeler Joe Fernwright op de aard van de mensheid en zijn val uit de gratie. Hij gelooft dat mensen ooit echte engelen waren, geconfronteerd met duidelijke keuzes tussen goed en kwaad. Deze eenvoud maakte het moeiteloos om het pad van gerechtigheid te kiezen. Na verloop van tijd gebeurde er echter iets belangrijks dat deze dynamiek veranderde, waardoor deze wezens het dilemma hebben geconfronteerd om in plaats daarvan de minste van twee kwaden te kiezen.
Deze verschuiving in omstandigheden losmaakte de engelen los en transformeerde ze in gebrekkige wezens, die nu als mannen leven. Het idee suggereert een diep verlies van zuiverheid en doel, wat impliceert dat de complexiteit van morele keuzes hen tot waanzin heeft gebracht. Fernwright's contemplatie benadrukt de tragedie van gevallen wezens die ooit goddelijkheid kenden, maar nu gevangen zitten in een cyclus van morele dubbelzinnigheid en existentiële strijd.