De verteller overweegt de aard van het bestaan en geeft een gevoel van desillusie en introspectie uit. Hij is van mening dat de reflecties die hij ziet slechts representaties van zichzelf zijn en een gebrek aan doel en vitaliteit onthullen. Deze zelfonderzoek leidt tot een realisatie van de vluchtige aard van het leven, omdat hij de dood steeds dichterbij voelt.
Terwijl hij nadenkt over zijn sterfelijkheid, erkent hij dat hij niet wordt geconfronteerd met een vijand of een directe dreiging, maar eerder een geleidelijke vervaging, verwant aan de langzame annulering van een abonnement. Deze metafoor onderstreept een diepgaand gevoel van ontslag voor de onvermijdelijkheid van het einde van het leven, wat de stille wanhoop van het bestaan benadrukt zonder een bepalend doel.