En nu bewijst de chaostheorie dat onvoorspelbaarheid in ons dagelijks leven is ingebouwd. Het is zo alledaags als de regenbui die we niet kunnen voorspellen. En dus de grote visie op de wetenschap, honderden jaren oud-de droom van totale controle-ha's stierf in onze eeuw. En daarmee veel van de rechtvaardiging, de reden voor de wetenschap om te doen wat het doet. En voor ons om ernaar te luisteren. De wetenschap heeft altijd gezegd dat het nu misschien niet alles weet, maar het zal het uiteindelijk weten. Maar nu zien we dat dat niet waar is. Het is een inactieve opschepperij. Zo dwaas en zo misleid, als het kind dat van een gebouw springt omdat hij gelooft dat hij kan vliegen.
(And now chaos theory proves that unpredictability is built into our daily lives. It is as mundane as the rainstorm we cannot predict. And so the grand vision of science, hundreds of years old-the dream of total control-has died, in our century. And with it much of the justification, the rationale for science to do what it does. And for us to listen to it. Science has always said that it may not know everything now but it will know, eventually. But now we see that isn't true. It is an idle boast. As foolish, and as misguided, as the child who jumps off a building because he believes he can fly.)
Chaos -theorie benadrukt de inherente onvoorspelbaarheid in ons leven, geïllustreerd door gebeurtenissen die zo gemeengoed zijn als plotselinge regenbuien. Deze realisatie betekent de achteruitgang van het langdurige wetenschappelijke ideaal om totale controle over de natuur te bereiken, een achtervolging die al eeuwenlang wetenschappelijk onderdeel heeft geleid. Naarmate ons begrip wordt verdiept, leren we dat zekerheid niet zo haalbaar is als ooit geloofde.
De wetenschap heeft ons traditioneel verzekerd dat hoewel het nu misschien niet alle antwoorden heeft, het hen uiteindelijk zal ontdekken. Dit idee is echter gebleken dat het overmoed is, verwant aan het naïeve geloof van een kind dat denkt dat ze kunnen vliegen door van een hoogte te springen. Deze verschuiving in perspectief stelt de rechtvaardiging voor de autoriteit van de wetenschap en het vermogen ervan om de complexiteit van de wereld te voorspellen of te beheersen.