Levende systemen zijn nooit in evenwicht. Ze zijn inherent onstabiel. Ze lijken misschien stabiel, maar dat zijn ze niet. Alles beweegt en verandert. In zekere zin staat alles aan de rand van ineenstorting.
(Living systems are never in equilibrium. They are inherently unstable. They may seem stable, but they're not. Everything is moving and changing. In a sense, everything is on the edge of collapse.)
In het "Jurassic Park" van Michael Crichton wordt het concept van levende systemen besproken als voortdurend onstabiel, ondanks de verschijningen van stabiliteit. De ingewikkelde dynamiek van deze systemen onthult dat ze zich in een constante staat van flux bevinden, beïnvloed door een veelheid aan factoren die echt evenwicht voorkomen. Deze inherente instabiliteit suggereert dat elk organisme en ecosysteem altijd aanpassen, evolueren en op het punt van transformatie.
Dit perspectief benadrukt een fundamentele waarheid over het leven: hoewel systemen in evenwicht kunnen lijken, is de realiteit een delicaat samenspel van krachten die hen continu evolueren. Het idee om "aan de rand van het instorten" te zijn, benadrukt dat verandering niet alleen onvermijdelijk is, maar ook essentieel voor overleven en ontwikkeling. Dit thema resoneert door het hele verhaal terwijl het de gevolgen van een poging onderzoekt om deze natuurlijke processen te beheersen of te beperken.