Voordat we burgers zijn, dacht hij, zijn we kinderen, en als kinderen gaan we vrijheid en gezag, vrijheid en plicht begrijpen. Ik heb mijn plicht gedaan. Ik heb gebogen voor het gezag. Grotendeels. En nu kan ik, net als Rusland, die lasten een tijdje opzij zetten en kijken wat er gebeurt.
(Before we are citizens, he thought, we are children, and it is as children that we come to understand freedom and authority, liberty and duty. I have done my duty. I have bowed to authority. Mostly. And now, like Russia, I can set aside those burdens for a little while and see what happens.)
Het citaat reflecteert op de fundamentele aard van de kindertijd als de eerste fase waarin individuen de concepten van vrijheid en autoriteit begrijpen. De auteur suggereert dat we het leven eerst als kinderen ervaren en ons begrip van vrijheid en verantwoordelijkheid vormen. Deze verkenning van deze thema’s legt een basis voor burgerschap en maatschappelijke rollen.
De spreker erkent dat zij zich houden aan autoriteit en verantwoordelijkheden, maar spreekt de wens uit om zichzelf tijdelijk van deze verplichtingen te bevrijden. Dit loopt parallel met een bredere context, waarbij deze persoonlijke bevrijding wordt vergeleken met een nationaal scenario, zoals dat van Rusland, dat een moment aangeeft om te pauzeren en het leven te verkennen dat verder gaat dan de opgelegde plichten.