In het verhaal herinnert het personage Harvath de uitdrukking "Bismillah Al Rahman Al Rahim", wat zich vertaalt naar "in de naam van God, meest genadig, meest medelevende." Deze zin dient als een inleiding tot vele hoofdstukken in de koran, wat het belang ervan en de bekendheid van het personage met islamitische uitdrukkingen aangeeft. Het zet een toon van eerbied en erkenning van Gods attributen.
Voortdurende reciteert Harvath de islamitische geloofsverklaring: "Ash-Hadu an Laa Ilaahaha Ilallah, wa Ash-Hadu Anna Muhammadan Rasulullah." Dit vertaalt zich in zijn getuigenis van de eenheid van Allah en het profeetschap van Mohammed. Het onderstreept de fundamentele overtuigingen in de islam en onthult de connectie van Harvath met deze diepgaande uitspraken, en benadrukt thema's van geloof en identiteit in het verhaal.