Hij was nu dichtbij. Veel te dichtbij. Fuck, Harvath zei weer tegen zichzelf. Zelfs met subsonische munitie in zijn onderdrukte H&K maakte het 9mm -pistool nog steeds veel lawaai. Het zou nog luider klinken zo dicht bij het huis. Iemand zou het horen. En wie het ook deed, zou het onderzoeken. Neuken.
(He was close now. Way too close. Fuck, Harvath said to himself again. Even with subsonic ammo in his suppressed H&K, the 9mm pistol still made a lot of noise. It would sound even louder this close to the house. Somebody was going to hear it. And whoever did was going to come to investigate. Fuck.)
In Brad Thor's "Buitenlandse Agent" bevindt de hoofdrolspeler, Harvath, zich in een precaire situatie waarin hij een acute spanning voelt vanwege zijn nabijheid tot zijn doelwit. De mentale stam wordt verergerd door het besef dat, hoewel hij is uitgerust met een onderdrukt wapen, het geluid van zijn 9 mm pistool nog steeds ongewenste aandacht kan trekken. Dit gevoel van urgentie en verhoogde bewustzijn weerspiegelt zijn angst voor de mogelijke gevolgen van zijn acties.
De interne dialoog van Harvath onthult zijn frustratie en angst voor ontdekking, omdat hij erkent dat elk geluid, hoe gedempt ook, iemand in de buurt zou kunnen waarschuwen. De inzet is hoog en hij is zich er terdege van bewust dat de uitkomst van zijn missie zou kunnen afhangen van discretie en stealth, waardoor lagen van spanning aan het verhaal worden toegevoegd terwijl hij zich voorbereidt op wat daarna komt.