Maar ze had nu de kans om dingen goed te maken, althans voor haar dochter. Ze heeft misschien veel dingen verkeerd gedaan, maar de beslissing om haar kind op te geven zou de enige verantwoordelijke, onzelfzuchtige daad van haar leven zijn. Het was het beste wat ze ooit had gedaan. Maar het voelde als het ergste.
(But she had the chance now to make things right, at least for her daughter. She may have done a lot of things wrong, but the decision to give up her child would be the one responsible, unselfish act of her life. It was the best thing she'd ever done. But it felt like the worst.)
Het personage reflecteert op haar leven en de keuzes die ze heeft gemaakt, vooral de belangrijkste: haar dochter opgeven. Ze erkent dat hoewel ze veel fouten heeft gemaakt, deze beslissing opvalt als een verantwoordelijke daad die uit een plaats van onbaatzuchtigheid kwam. Het werd gedaan met de bedoeling om een betere toekomst voor haar kind te bieden.
Ondanks het herkennen van deze act als het beste wat ze ooit heeft gedaan, brengt het haar enorme pijn en spijt. De tegenstrijdige emoties benadrukken de complexiteit van haar ervaring, waar doen wat goed is voor iemand anders kan ook leiden tot diep persoonlijk verdriet.