Maar dat wonder zou uiteindelijk aankomen, zoals het altijd had gedaan, en het landschap zou binnen enkele uren onder de kus van de regen van bruin naar groen veranderen. En er waren andere kleuren die de green zouden volgen; GELLOWS, BLUES, ROODS zouden in patches over het veld verschijnen alsof grote kleurstaarten waren afgebrokkeld en verspreid door een ongeziene hand.
(But that miracle would eventually arrive, as it always had, and the landscape would turn from brown to green within hours under the kiss of the rain. And there were other colours that would follow the green; yellows, blues, reds would appear in patches across the veld as if great cakes of dye had been crumbled and scattered by an unseen hand.)
In de passage beschrijft de auteur de transformerende kracht van regen op een droog landschap, met de nadruk op de wonderbaarlijke verandering die het met zich meebrengt. Aanvankelijk bruin en levenloos, wordt de aarde bijna onmiddellijk levendig en groen als de regen valt, wat het vermogen van de natuur om te regenereren en het leven te brengen, presenteren. Deze verschuiving revitaliseert niet alleen het land, maar duidt ook op de komst van een spectrum van kleuren die de scène verder verlevendigen. Heldere geel, blues en rood verrijken het veld als spatten van kleurstof, ter illustratie van de schoonheid en complexiteit van de natuurlijke wereld.
De beelden benadrukt de voortdurende cyclus van de natuur, waarbij perioden van droogte worden gevolgd door vernieuwing. De "ongeziene hand" suggereert een magische kwaliteit van het proces, waarbij de rol van de natuur wordt benadrukt bij het schilderen van het landschap met verschillende tinten. Deze passage legt zowel een letterlijke als metaforische wedergeboorte vast, die thema's van hoop, veerkracht en het dynamische samenspel tussen elementen in de omgeving weerspiegelen. Zulke levendige beschrijvingen nodigen lezers uit om de esthetische rijkdom te waarderen die volgt op periodes van ontberingen.