In de roman "Catch-22" van Joseph Heller onderzoekt het verhaal de absurditeiten van oorlog en bureaucratie door de ervaringen van kapitein John Yossarian, een bombardier van het Amerikaanse leger B-25 tijdens de Tweede Wereldoorlog. De term "vangst-22" verwijst naar een paradoxale regel die soldaten vangt in een cyclus van onmogelijkheid, waar ze niet kunnen ontsnappen aan gevaarlijke situaties vanwege tegenstrijdige voorschriften. Dit benadrukt de frustraties en hulpeloosheid waarmee individuen worden geconfronteerd in een onlogisch systeem.
Het citaat, "Catch-22 zegt dat ze het recht hebben om alles te doen waar we ze niet van kunnen stoppen", bevat de krachtdynamiek in de roman. Het benadrukt hoe autoriteit cijfers hun posities exploiteren om beperkingen op te leggen aan degenen die ze niet kunnen uitdagen. Dit sentiment resoneert verder dan de roman, als gevolg van real-life situaties waarin voorschriften voorkomen dat individuen hun rechten doen gelden of vechten tegen onderdrukkende systemen, het onderstrepen van een breder commentaar op de aard van macht en controle.