Chaos -theorie behandelt het gedrag van een heel systeem zoals een druppel water dat op een gecompliceerd propelleroppervlak beweegt. De druppel kan naar beneden spiraalden of naar buiten glijden naar de rand. Het kan veel verschillende dingen doen, afhankelijk. Maar het zal altijd langs het oppervlak van de propeller bewegen. Oké. De modellen van Malcolm hebben de neiging om een richel of een scherpe helling te hebben, waar de druppel water sterk zal versnellen. Hij noemt deze versnellingsbeweging bescheiden het Malcolm-effect. Het hele systeem zou plotseling kunnen instorten. En dat was wat hij zei over Jurassic Park.
(Chaos theory treats the behavior of a whole system like a drop of water moving on a complicated propeller surface. The drop may spiral down, or slip outward toward the edge. It may do many different things, depending. But it will always move along the surface of the propeller. Okay. Malcolm's models tend to have a ledge, or a sharp incline, where the drop of water will speed up greatly. He modestly calls this speeding-up movement the Malcolm Effect. The whole system could suddenly collapse. And that was what he said about Jurassic Park.)
Chaos -theorie illustreert complexe systemen door ze te vergelijken met een druppel water die door een verfijnd oppervlak navigeert, zoals een propeller. Het pad van de druppel kan aanzienlijk variëren; Het kan naar binnen spiraalden of naar buiten gaan, wat de onvoorspelbare aard van dergelijke systemen illustreert. Ongeacht het traject is de druppel beperkt tot het oppervlak, wat aangeeft dat hoewel gedrag kan verschillen, er onderliggende patronen zijn.
De modellen van Malcolm bevatten functies zoals steile hellingen waarbij de druppel scherp versnelt, een fenomeen dat hij beschrijft als het Malcolm -effect. Dit suggereert dat kleine veranderingen in het systeem kunnen leiden tot dramatische resultaten, inclusief potentiële systeemfouten. Hij heeft dit concept beroemd toegepast op Jurassic Park en de risico's benadrukt die inherent zijn aan complexe biologische systemen en hun capaciteit voor plotselinge ineenstorting.