Clevinger wordt afgeschilderd als een onruststoker die een scherp intellect bezit, wat hem een bedreiging maakt in de ogen van luitenant Scheisskopf. De luitenant is zich ervan bewust dat de slimheid van Cleveer kan leiden tot potentiële onrust, niet alleen onder collega -cadetten, maar mogelijk op een bredere schaal. Dergelijke intelligentie bij individuen trekt vaak toezicht op en angst, vooral van degenen die aan de macht zijn. De observaties van luitenant Scheisskopf geven een erkenning aan dat intelligente mensen de status -quo kunnen uitdagen, waardoor ze gevaarlijk zijn in een hiërarchische omgeving.
Ondanks de duidelijke vijandigheid jegens Clever, met name van de cadetofficieren die hij heeft geholpen, lijkt er een gebrek aan concrete aanklachten tegen hem te zijn. Hoewel de officieren hem graag in diskrediet brengen, benadrukt de afwezigheid van solide bewijs de moeilijkheden om subversief gedrag aan te pakken binnen een bureaucratische structuur. Deze situatie weerspiegelt de absurditeit en ironie die kenmerkend is voor het verhaal in "Catch-22", waar het systeem worstelt om zijn acties te rechtvaardigen tegen personen die het gezag bedreigen.