In Joseph Heller's "Catch-22", navigeert de hoofdrolspeler Yossarian de absurditeiten en ironieën van oorlog. Hij worstelt met het conflict tussen zijn overlevingsinstincten en de eisen van militaire dienst. Yossarian's bewuste haat tegen oorlog benadrukt zijn bewustzijn van de morele complexiteit en de zinloze aard van zijn situatie. Deze interne strijd onderstreept de bredere thema's van de roman, met name de kritiek op bureaucratische systemen en de zinloosheid die ze vaak inhouden.
de bewering van Yossarian weerspiegelt een diepere existentiële dilemma waarmee veel personages in het verhaal worden geconfronteerd. Door toe te geven aan zijn bewuste haat, onthult hij een diep gevoel van keuzevrijheid en duidelijkheid te midden van de chaos die hem omringen. Dit moment illustreert hoe het bewustzijn van iemands gevoelens een vorm van rebellie kan zijn tegen de ontmenselijke oorlogsmacht, en benadrukt het belang van persoonlijke moraliteit in het licht van systemische waanzin.