Enmersons interesse gaat uit naar de werkplaatsfase, de geboortefase van de kunst, niet naar het museummoment, de balsemingsfase. Poëzie bootst de schepping na en is daarom heilig. Preciezer gezegd: net zoals God inderdaad een werkwoord kan zijn (zoals Mary Daly benadrukt), is poëzie de daad van. Het proces van poëzie bootst ook het proces van de natuur na. 'Deze uitdrukking of naamgeving is geen kunst, maar een tweede natuur, voortgekomen uit de eerste, zoals een blad uit een boom. Wat wij natuur noemen is een bepaalde zelfregulerende beweging of verandering.' Een ander aspect van de natuur is genialiteit, wat, zoals Emerson opmerkt, 'de activiteit is die het verval van dingen herstelt.
(Enmerson's interest is in the workshop phase, the birthing stage of art, not the museum moment, the embalming phase. Poetry mimics Creation and is therefore sacred. More precisely, just as God may indeed be a verb {as Mary Daly insists}, poetry is the act of . The process of poetry also mimics the process of nature. 'This expression or naming is not art, but a second nature, grown out of the first, as a leaf out of a tree. What we call nature is a certain self-regulated motion or change.' Another aspect of nature is genius, which, as Emerson observes, 'is the activity which repairs the decays of things.)
Emerson benadrukt het belang van het creatieve proces in de kunst, waarbij hij benadrukt dat de ontwikkelingsfase, en niet de uiteindelijke presentatie, de plaats is waar het ware kunstenaarschap schuilt. Hij gelooft dat poëzie, net als de scheppingsdaad zelf, een heilige kwaliteit heeft. Dit proces weerspiegelt de evolutie van de natuur en suggereert dat kunst voortkomt uit een diepere, intrinsieke bron, net zoals bladeren uit bomen groeien.
Bovendien verbindt Emerson het idee van genialiteit met de natuurlijke wereld en stelt hij voor dat genialiteit fungeert als een herstellende kracht in het leven. Het is door dit proces van groei en regeneratie dat kunst, als verlengstuk van de natuur, niet alleen als product kan worden gewaardeerd, maar ook als een vitale, levende uitdrukking die in de loop van de tijd evolueert.