Vijf is erg goed, Milo, observeerde hij met enthousiasme en bespioneerde een sprankje hoop. Dat is gemiddeld tot bijna één gevechtsmissie om de twee maanden. En ik wed dat je totaal niet eens de tijd bevat dat je ons hebt gebombardeerd. Ja, mijnheer. Het doet het.
(Five is very good, Milo, he observed with enthusiasm, spying a ray of hope. That averages out to almost one combat mission every two months. And I'll bet your total doesn't even include the time you bombed us. Yes, sir. It does.)
In "Catch-22" van Joseph Hellerer drukt een personage optimisme uit over de gevechtsmissies van een soldaat, en benadrukt dat het voltooien van vijf missies een positief resultaat is. Dit moment weerspiegelt de absurditeit van oorlog en de bureaucratische mentaliteit eromheen, omdat het een gevoel van prestatie suggereert in de context van frequent, gevaarlijk werk.
Het gesprek neemt een donkere wending wanneer de soldaat erkent dat zijn missie een vriendelijk vuurincident omvat, met de nadruk op de ironie en tragedie van oorlog. Het illustreert hoe getallen en statistieken soms de reële gevolgen en morele complexiteit van militaire acties kunnen verminderen.