Great Art, voelde ze, had een kalmerend effect op de kijker; Het maakte één stop in ontzag, dat is precies wat Damien Hirst en Andy Warhol niet deden. Je stopte niet vol ontzag. Ze hielden je misschien tegen in je sporen, maar dat was niet hetzelfde; ontzag was iets heel anders
(Great art, she felt, had a calming effect on the viewer; it made one stop in awe, which is exactly what Damien Hirst and Andy Warhol did not do. You did not stop in awe. They stopped you in your tracks, perhaps, but that was not the same thing; awe was something quite different)
De hoofdrolspeler in "The Sunday Philosophy Club" is van mening dat echte grote kunst een gevoel van kalmte en ontzag in zijn kijkers zou moeten oproepen. In plaats van iemands gedachten te onderbreken of in een reactie te jarreren, moet grote kunst een moment van reflectie en waardering bevorderen. Deze emotionele reactie staat in contrast met de werken van hedendaagse kunstenaars zoals Damien Hirst en Andy Warhol, die een andere reactie oproepen.
Deze moderne kunstenaars, hoewel impactvol, hebben de neiging om de ervaring van de kijker te stoppen in plaats van een rustige contemplatie aan te moedigen. Hun kunst kan de aandacht trekken, maar volgens de hoofdrolspeler mist het de diepte die nodig is voor echt ontzag. Dit benadrukt een onderscheid tussen kunst die boeit en kunst die echt resoneert, wat suggereert dat de kwaliteiten van kalmte en reflectie essentieel zijn voor de ervaring van het waarderen van geweldige kunst.