In het boek "Portugese onregelmatige werkwoorden" van Alexander McCall Smith, reflecteert de hoofdrolspeler op het verband tussen landschap en taal. De verteller suggereert dat de natuurlijke kenmerken van een regio de taalkundige kenmerken van zijn mensen aanzienlijk beïnvloeden. Bijvoorbeeld het idee dat de zachte heuvels van Ierland zich natuurlijk lenen voor de zachte geluiden van de Ierse taal wordt benadrukt.
Bovendien benadrukt de tekst dat specifieke geografische terreinen de manier vormen waarop een taal wordt gesproken, met bepaalde dialecten en accenten die voortvloeien uit bepaalde omgevingen. De robuuste, verhoogde regio's van Europa worden geassocieerd met verschillende vormen van Duits, terwijl de laaglanden de unieke kwaliteiten van het Nederlands oproepen. Dit samenspel tussen geografie en taalkundige expressie toont de diepgewortelde relatie tussen de twee.