Hij had geen bezittingen meegenomen; hij zou niets wegnemen. Er was niets om te hebben; alles van waarde zat in de schoolcomputer of in zijn eigen hoofd en handen.
(He had brought no possessions with him; he would take none away. There were none to have--everything of value was in the school computer or his own head and hands.)
Het citaat belicht een centraal thema in 'Ender's Game', waarbij de nadruk wordt gelegd op het idee dat echte waarde niet in materiële bezittingen ligt, maar in kennis en vaardigheden. De hoofdpersoon, Ender, betreedt de omgeving ontdaan van fysieke bezittingen, wat aangeeft dat zijn waarde voortkomt uit zijn intellect en capaciteiten in plaats van uit materiële rijkdom. Dit suggereert een diepere filosofische kijk op het belang van persoonlijke groei boven fysieke bezittingen.
Bovendien omvat het idee dat al het essentiële zich in de schoolcomputer of in de geest van Ender bevindt, het idee van informatie en zelfredzaamheid. Het benadrukt dat in een wereld die wordt gedreven door technologie en intellect, iemands gedachten, ervaringen en vermogen om kritisch te denken inderdaad de meest waardevolle hulpbronnen zijn die men kan bezitten. Enders reis laat zien dat persoonlijk potentieel en psychologische veerkracht zwaarder wegen dan alle tastbare goederen.