In de chaotische scène uit Joseph Heller's "Catch-22", opwinding en verwarring barsten uit terwijl personages schreeuwen over iemand die terugkeert. De uitroepen suggereren een mix van opluchting en alarm, waardoor anderen de implicaties van deze terugkeer in twijfel trekken. De urgentie in hun stemmen benadrukt de thema's van de roman van absurditeit en de hectische aard van hun omstandigheden.
Dit moment legt de instinctieve reacties van de personages op waargenomen bedreigingen, ter illustratie van het alomtegenwoordige gevoel van angst en de strijd om te overleven. Het hectische bevel om verder te lopen benadrukt de chaotische omgeving waarin ze zich bevinden, waar rationaliteit vaak plaats maakt voor paniek. Heller gebruikt deze intensiteit om de absurditeit van oorlog en de menselijke conditie te bekritiseren.