Ik heb liever pinda broskruimels op mijn gezicht dan vliegen in mijn ogen, antwoordde Havermeyer.
(I'd rather have peanut brittle crumbs on my face than flies in my eyes, Havermeyer retorted.)
In Joseph Heller's "Catch-22" drukt het personage Havermeyer een humoristische maar puntige voorkeur uit door een levendige metafoor. Hij suggereert dat hij liever omgaat met het kleine ongemak van pinda broskruimels op zijn gezicht dan de veel meer hinderlijke mogelijkheid dat vliegen rond zijn ogen zoemen. Deze verklaring illustreert niet alleen zijn minachting voor vliegen, maar benadrukt ook zijn bereidheid om kleine ergernissen over grotere problemen te verdragen.
Deze uitwisseling weerspiegelt Heller's bredere thema's van absurditeit en de irrationele aard van de oorlog, en toont hoe personages vaak de voorkeur geven aan kleine ongemakken boven overweldigende chaos. Het onderstreept de lengte waarop individuen een schijn van controle in chaotische situaties behouden, waardoor zowel de absurditeit van hun omstandigheid als de menselijke neiging wordt benadrukt om humor te vinden in tegenspoed.