Ik ken je levensgeschiedenis niet, maar ik denk dat kinderen moeten geloven in krachten buiten zichzelf. Daarom lezen ze boeken over heksen en tovenaars en God weet wat. Er is een menselijke behoefte aan die welke jeugd normaal gesproken uitput. Maar als de wereld van een kind wordt opgedeeld door te veel realiteit, gaat dat ondergronds.
(I don't know your life history, but I think children need to believe in powers outside themselves. That's why they read books about witches and wizards and God knows what. There is a human need for that which childhood normally exhausts. But if a child's world is broken up by too much reality, that need goes underground.)
Het citaat benadrukt het belang van verbeelding en geloof in iets groters dan zichzelf tijdens de kindertijd. Kinderen voelen zich natuurlijk aangetrokken tot verhalen over magie en bovennatuurlijke wezens, omdat deze verhalen een aangeboren verlangen naar verwondering en mogelijkheid vervullen. Dergelijke verhalen helpen kinderen te ontsnappen aan de hardheid van de realiteit en laten hen hun hoop en dromen verkennen.
Als de omgeving van een kind echter wordt overweldigd door harde realiteiten en praktische zorgen, kan deze fantasierijke impuls worden onderdrukt. Wanneer het leven van een kind gevuld is met te veel ernst of negativiteit, kan hun gevoel van verwondering en de behoefte aan geloof in iets buiten zichzelf worden onderdrukt, waardoor deze emoties ondergronds worden gedwongen en mogelijk hun ontwikkeling beïnvloeden.