In dit intense moment van Joseph Heller's "Catch-22", drukt het personage Snowden zijn kwetsbaarheid uit, rillend en zijn kou verkondigt. Yossarian, getuige van de verschrikkelijke situatie, wordt ook geconsumeerd door een diepgaande kilte die zijn wanhoop weerspiegelt. Terwijl hij naar het lichaam van Snowden kijkt, confronteert hij een grimmig besef over het menselijk bestaan en de sterfelijkheid.
De viscerale beelden onthullen de harde waarheid dat het menselijk lichaam zonder leven tot loutere materie wordt gereduceerd, onderworpen aan hetzelfde lot als elk organisch afval. Het lot van Snowden symboliseert de kwetsbaarheid van de menselijke geest en onderstreept een somber commentaar op leven en dood. De passage omvat de existentiële thema's van het verhaal, wat suggereert dat wanneer ontdaan van Geest, de mensheid niets meer wordt dan afval, het idee dat het leven en de essentie ervan zijn versterken, voorbijgaan.