Ik ben eerder getrouwd en het was niet beter, en als ik van Kathy scheid, zal ik weer trouwen-omdat mijn brainbasher het zegt, ik kan mijn identiteit niet vinden buiten de rol van man en papa en grote boter-en-ei-man loonverdiener-en de volgende verdomde zal hetzelfde zijn omdat dat het soort is dat ik selecteer. Het is geworteld in mijn temperament.
(I've married before and it was no better, and if I divorce Kathy I'll marry again-because as my brainbasher puts it I can't find my identity outside the role of husband and daddy and big butter-and-egg-man wage earner-and the next damn one will be the same because that's the kind I select. It's rooted in my temperament.)
De verteller reflecteert op hun eerdere huwelijk en benadrukt een terugkerend patroon in hun relaties. Ze suggereren dat zelfs als ze van hun huidige partner, Kathy, zouden scheiden, ze waarschijnlijk een ander huwelijk zouden betreden. Dit benadrukt een diepgewortelde afhankelijkheid van de rol van echtgenoot en vader, die volgens hen hun identiteit en eigenwaarde definiëren.
De spreker erkent dat deze neiging is gebonden aan hun temperament, wat duidt op een onvermogen om een gevoel van zelfgevoel te vestigen buiten de traditionele familiedynamiek. Ze erkennen een patroon in hun keuze van partners, wat suggereert dat hun volgende relatie dezelfde dynamiek zou weerspiegelen, waardoor hun gevestigde rol als aanbieder en verzorger zou worden versterkt.