Irene hijgde. Heb je je zintuigen verlof genomen, Stuart? Ze siste. Heb je? Stuart gesloten zijn ogen. NEE, zei hij. Au contraire. Het was een sterke taal voor de nieuwe stad van Edinburgh, maar hij moest het zeggen. Ik contrace me niet, zei Irene. Maar het was te laat. Hij had.
(Irene gasped. Have you taken leave of your senses, Stuart? she hissed. Have you?Stuart closed his eyes.No, he said. Au contraire. It was strong language for the Edinburgh New Town, but he had to say it.Don't au contraire me, said Irene.But it was too late. He had.)
Irene wordt verrast door iets dat Stuart heeft gezegd, het gevoel dat het volledig irrationeel is. Haar ongeloof is duidelijk als ze zijn verstand ondervraagt en hem aanspoort om zijn woorden te heroverwegen. Stuart blijft echter vastberaden en samengesteld, bewerend dat zijn perspectief niet alleen rationeel is, maar ook in strijd met de opvattingen van Irene.
De spanning tussen hen escaleert met het scherpe antwoord van Irene. Ondanks haar frustratie weerspiegelt de vastberadenheid van Stuart om bij zijn mening te staan een dieper vertrouwen in zijn redenering. De uitwisseling benadrukt het contrast in hun gedachten en de uitdagingen van communicatie wanneer er sterke gevoelens bij betrokken zijn.