Het was zalig om tijd door te brengen met iemand die je met rust liet. Ik hield daarom van hem. En ik wilde graag in natura terugbetalen. Het was nooit bij me opgekomen dat als je iemand alleen laat, dit kan uitgroeien tot een gewoonte die een barrière kan worden.
(It was blissful, spending time with someone who would leave you alone. I loved him for it. And I was happy to repay in kind. It had never occurred to me that leaving someone alone could harden into a habit that could become a barrier.)
De verteller denkt na over de vreugde om tijd door te brengen met iemand die zijn behoefte aan eenzaamheid respecteert. Deze relatie brengt een gevoel van gelukzaligheid met zich mee, omdat beide individuen van elkaars gezelschap genieten zonder de druk van voortdurende interactie. De verteller waardeert deze dynamiek en voelt zich gedwongen hetzelfde niveau van vrijheid aan zijn partner te geven.
De verteller realiseert zich echter al snel dat deze gewoonte om elkaar met rust te laten, aanvankelijk als positief gezien, kan uitgroeien tot een barrière in hun relatie. Deze openbaring benadrukt de complexe aard van intimiteit en het delicate evenwicht tussen eenzaamheid en kameraadschap, wat aanleiding geeft tot een diepere beschouwing van emotionele connectiviteit.