Kurt Vonnegut reflecteert op een gesprek met de overleden auteur Joseph Heller op een weelderige partij georganiseerd door een miljardair. Tijdens hun uitwisseling brengt Vonnegut de vergelijking met zich mee tussen Heller's iconische roman "Catch-22" en het fortuin van hun rijke gastheer, wat de ongelijkheid in rijkdom en succes benadrukt. In plaats van afgunst te uiten, reageert Heller met vertrouwen en inzicht, wat suggereert dat hij iets waardevollers bezit dan geld.
Deze interactie onderstreept de thema's van artistieke integriteit en de intrinsieke waarde van creativiteit die financieel succes overstijgt. De opmerking van Heller benadrukt dat ware waarde ligt in ervaringen en prestaties die rijkdom niet kan repliceren, wat een diepgaand begrip illustreert van wat het betekent om een kunstenaar en een denker te zijn.