Malthus betoogde dat het nastreven van een perfecte samenleving fundamenteel gebrekkig is vanwege de ongecontroleerde bevolkingsgroei. Hij stelde dat het, naarmate de bevolking uitbreidt, uiteindelijk zou leiden tot uitputting van hulpbronnen en aantasting van het milieu. Volgens hem zou het bereiken van een utopische samenleving onmogelijk zijn zonder de bevolking te beteugelen.
Hij suggereerde dat natuurlijke krachten, met name hongersnood en ziekte, uiteindelijk zouden fungeren als een controle op de groei van de mensheid. Malthus geloofde dat deze natuurlijke gevolgen nodig zouden zijn om de duurzaamheid van de planeet te waarborgen en het menselijk leven te verbeteren, wat impliceert dat een evenwicht tussen bevolking en middelen cruciaal is voor de maatschappelijke vooruitgang.