In de roman 'The Time Keeper' van Mitch Albom, het diepe citaat, 'vindt de mens niets uit dat God niet eerst heeft gemaakt,' benadrukt het idee dat alle menselijke creativiteit en innovatie uit het goddelijke voortkomen. Het suggereert dat hoewel mensen bekwaam zijn in het ontwikkelen van nieuwe concepten en technologieën, deze uitvindingen fundamenteel zijn gebouwd op de fundamentele elementen die bestaan in de natuurlijke wereld, die kunnen worden gezien als creaties van een hogere kracht.
Het citaat nodigt lezers uit om na te denken over de relatie tussen de mensheid en het goddelijke, door te wijzen op een diepere verbinding tussen onze creatieve processen en de aangeboren complexiteit van het bestaan die God heeft gevestigd. Het dient als een herinnering dat onze prestaties niet alleen het resultaat zijn van onze eigen inspanningen, maar zijn verweven met een groter kosmisch raamwerk, het aanmoedigen van nederigheid en waardering voor het leven en materiaal dat ons omringt.