De auteur reflecteert op de afnemende status van de mensheid in het licht van de immense technologische uitvindingen van de moderne wereld. Hij verwijst naar gerenommeerde figuren zoals Michael Angelo en Da Vinci, die zich afvragen of de krachtige essentie van individuele mannen ooit zal terugkeren te midden van de overweldigende congestie en chaos van het hedendaagse leven, waar mensen zich als mieren in een zwerm lijken te gedragen.
Deze maatschappelijke verschuiving kan ertoe leiden dat individuen onderdaniger worden, omdat ze navigeren in een wereld die wordt gedomineerd door onderdrukkende structuren of ongeordende collectieve bewegingen. De uitkomst, of het nu tirannie of organische organisatie is, suggereert dat individualiteit uiteindelijk verloren kan gaan.