Iedereen heeft het recht om te doen wat de wet niet verbiedt, en de wet verbiedt niet liegen tegen zichzelf.
(Everyone has the right to do what the law does not prohibit, and the law does not prohibit lying to oneself.)
Het citaat van de "Catch-22" van Joseph Heller benadrukt het idee dat individuen de vrijheid bezitten om te handelen binnen de grenzen die door de wet zijn vastgesteld, waarbij persoonlijke autonomie wordt benadrukt. Het benadrukt dat zolang acties niet in strijd zijn met wettelijke normen, individuen vrij zijn om hun paden te kiezen, zelfs als die keuzes zelfbedrog omvatten.
Dit idee brengt ook de complexiteit van zelfbewustzijn en moraliteit voort. Hoewel de wet bepaalde vrijheden toestaat, veroorzaakt het reflectie op de implicaties van liegen tegen zichzelf, het oproepen van vragen over authenticiteit en waarheid in persoonlijke keuzes. Uiteindelijk onderstreept het het onderscheid tussen wettelijke rechten en morele verplichtingen.