Namelijk de waarden die de Amerikaanse Patriotten beweerden te vechten waren onverenigbaar met de gedisciplineerde cultuur die nodig was in een professioneel leger. Republieken waren toegewijd aan een kernprincipe van toestemming, terwijl legers de institutionele uitvoeringsvormen waren van ondenkbare gehoorzaamheid en geroutineerde dwang. Het idee van een "staand leger" sloeg de meeste leden van het continentale congres en de staatswetgevers als een zeer gevaarlijke bedreiging voor de Republikeinse principes.
(Namely, the very values that the American patriots claimed to be fighting for were incompatible with the disciplined culture required in a professional army. Republics were committed to a core principle of consent, while armies were the institutional embodiments of unthinking obedience and routinized coercion. The very idea of a "standing army" struck most members of the Continental Congress and the state legislatures as a highly dangerous threat to republican principles.)
De Amerikaanse Patriots beweerden te vechten voor waarden die zijn afgestemd op vrijheid en zelfbestuur. Deze idealen stonden echter vaak in strijd met de rigide structuur en discipline van een professioneel leger. In een republiek ligt de nadruk op toestemming en democratische participatie, terwijl legers een cultuur van gehoorzaamheid en controle vereisen die deze principes kan ondermijnen. Deze spanning illustreert de complexiteit bij het opzetten van een militaire strijdmacht die zou aansluiten bij Republikeinse waarden.
Bovendien werd het idee van een "staand leger" met verdenking door velen in het continentale congres- en staatswetgevers bekeken. Ze zagen het als een potentiële bedreiging voor de principes van een republiek, omdat een permanent leger kon leiden tot dwang en burgerlijke vrijheden ondermijnt. Deze vrees weerspiegelt de historische strijd om de militaire behoeften in evenwicht te brengen met de fundamentele idealen van democratie en vrijheid die de Amerikaanse revolutie bedoeld heeft.