Nu, waar waren we? Lees me terug de laatste regel. 'Lees me terug de laatste regel,' lees de korporaal terug die steno zou kunnen nemen. Niet mijn laatste regel, dom! Schreeuwde de kolonel. Iemand anders. 'Lees me terug de laatste regel,' lees de korporaal terug. Dat is weer mijn laatste regel! Gil de kolonel gilde en werd paars van woede. Oh, nee, mijnheer, corrigeerde de korporaal. Dat is mijn laatste regel. Ik heb het je een moment geleden gelezen. Weet je het niet meer, mijnheer? Het was nog maar een moment geleden. Oh, mijn God! Lees me terug zijn laatste regel, dom.
(Now, where were we? Read me back the last line. 'Read me back the last line,' read back the corporal who could take shorthand. Not my last line, stupid! the colonel shouted. Somebody else's. 'Read me back the last line,' read back the corporal. That's my last line again! shrieked the colonel, turning purple with anger. Oh, no, sir, corrected the corporal. That's my last line. I read it to you just a moment ago. Don't you remember, sir? It was only a moment ago. Oh, my God! Read me back his last line, stupid.)
In deze humoristische passage van Joseph Heller's "Catch-22" raakt een kolonel steeds meer gefrustreerd wanneer een korporaal zijn verzoek verkeerd interpreteert. De kolonel eist dat de korporaal een lijn terugleest, maar de korporaal blijft zijn eigen laatste regel herhalen, wat verwarring veroorzaakt. De situatie escaleert naarmate de woede van de kolonel groeit en de bureaucratische absurditeit van militaire communicatie benadrukt.
Deze uitwisseling illustreert het chaotische karakter van bureaucratie, waar eenvoudige verzoeken kunnen leiden tot misverstanden en verhoogde emoties. Het onvermogen van de korporaal om het verschil te herkennen tussen zijn eigen woorden en de kolonel leidt tot komische spanning, waardoor de frustratie wordt onthuld die vaak wordt ervaren in hiërarchische systemen. Heller gebruikt deze dialoog om de dwaasheid van rigide militaire protocollen en de absurditeit van communicatie -afbraak bloot te leggen.