Ruth onderscheidt tussen verlangen en liefde door te benadrukken dat iemand willen willen niet hetzelfde is als echt van hem houden. Ze vergelijkt het verlangen naar de drang om een object te bezitten, en benadrukt hoe het de verbinding tot een oppervlakkig niveau beperkt. Deze notie van liefde vereist een diepere emotionele investering, ver buiten het eigendom of attractie.
Verder illustreert Ruth de onbaatzuchtige aard van ware liefde door het te vergelijken met het offer van een vader voor zijn kinderen. Deze analogie onderstreept het idee dat authentieke liefde gaat om prioriteit te geven aan het welzijn van een andere persoon boven de eigen behoeften. In wezen transformeert liefde iemands bestaan, waardoor de focus verschuift van eigenbelang naar de zorg en ondersteuning van anderen.