Ze stelde zich voor hoe het zou zijn om te leven met iemand die geheimen had. In plaats van een comfortabele sfeer van vertrouwen zou er een zeurende onzekerheid zijn, zoals een corrosieve korst, die weg eten aan de structuur van het huwelijk. Twijfels zouden zich verspreiden als onkruid, waardoor het onmogelijk is om te ontspannen en alles verwend.
(she imagined what it would be like to live with somebody who had secrets. Instead of a comfortable atmosphere of trust there would be a nagging insecurity, like a corrosive crust, eating away at the fabric of the marriage. Doubts would spread like weeds, making it impossible to relax, spoiling everything.)
De hoofdrolspeler reflecteert op de implicaties van het delen van haar leven met iemand die geheimen herbergt. Ze stelt dat in plaats van een gevoel van veiligheid en vertrouwen in hun relatie te bevorderen, dergelijke verborgen waarheden een onderstroom van onbehagen zouden fokken. Deze verschuiving van comfort naar achterdocht creëert een sfeer waarbij angst vreugde overschrijft, waardoor hun verbinding wordt gecompliceerd.
In haar gedachten worden de alomtegenwoordige twijfels schadelijk, verwant aan invasief onkruid die sereniteit en geluk verstoren. Het gewicht van de onzekerheid zou de basis van hun huwelijk ondermijnen, zelfs de eenvoudigste momenten beperken en geen ruimte overlaten voor echte ontspanning of vrede. Door deze contemplatie benadrukt ze de cruciale rol van openheid en kwetsbaarheid bij het onderhouden van een gezonde relatie.