Ze was bijna zeventig jaar oud. Er was geen tijd meer over voor spijt of twijfels, geen tijd voor dromen van wat er zou kunnen zijn geweest.
(She was nearly seventy years old. There was no time left for regret or misgivings, no time for dreams of what might have been.)
De passage reflecteert op de urgentie van de tijd als de hoofdrolspeler haar zeventigste verjaardag nadert. Het brengt een gevoel van finaliteit over en benadrukt dat er geen ruimte is voor spijt of twijfels in haar leven. In plaats van te verlangen naar verloren kansen of nadenken over wat had kunnen zijn, wordt ze geconfronteerd met de realiteit van haar huidige situatie.
Dit idee van tijd dient als een krachtige herinnering dat het leven vluchtig is, wat een focus op het heden aanspreekt. De hoofdrolspeler wordt aangespoord om haar ervaringen te omarmen en het meeste uit de tijd te maken, en benadrukt het belang van volledig en authentiek op dit moment.