Zittend in zijn kantoor, maakte hij een mooi wiskundig model en het kwam nooit bij hem op dat wat hij zag als defecten eigenlijk benodigdheden waren. Kijk: toen ik aan raketten werkte, hebben we iets behandeld dat 'resonant yaw' wordt genoemd. Resonerende gier betekende dat, hoewel een raket slechts enigszins onstabiel van het pad was, het hopeloos was. Het zou onvermijdelijk uit de hand lopen en het kon niet worden teruggebracht. Dat is een kenmerk van mechanische systemen. Een beetje wiebelen kan erger worden totdat het hele systeem instort. Maar diezelfde kleine wiebelen zijn essentieel voor een levend systeem. Ze betekenen dat het systeem gezond en responsief is.
(Sitting in his office, he made a nice mathematical model, and it never occurred to him that what he saw as defects were actually necessities. Look: when I was working on missiles, we dealt with something called 'resonant yaw.' Resonant yaw meant that, even though a missile was only slightly unstable off the pad, it was hopeless. It was inevitably going to go out of control, and it couldn't be brought back. That's a feature of mechanical systems. A little wobble can get worse until the whole system collapses. But those same little wobbles are essential to a living system. They mean the system is healthy and responsive.)
In zijn kantoor ontwikkelde het personage een elegant wiskundig model, waarbij het niet werd herkend dat waargenomen defecten eigenlijk essentiële componenten van het systeem waren. Hij reflecteert op zijn ervaring met raketten en benadrukt hoe een kleine instabiliteit zou kunnen leiden tot catastrofaal falen. Dit inzicht illustreert een fundamenteel principe in mechanische systemen, waar kleine afwijkingen oncontroleerbaar kunnen escaleren, wat resulteert in een totale ineenstorting.
De dezelfde kleine schommelingen zijn daarentegen cruciaal in biologische systemen. Deze wiebelen zijn indicatief voor gezondheid en aanpassingsvermogen, wat suggereert dat onvolkomenheden essentieel zijn voor dynamiek en functionaliteit. Dit onderscheid benadrukt de verschillen tussen ontwikkelde systemen en levende organismen, waarbij veerkracht vaak voortkomt uit de zeer onvolkomenheden die kunnen worden gezien als fouten in kunstmatige constructen.