Zulke mannen wisten hun waarde, maar pronken er niet aan. Zulke mannen konden iemand in de ogen kijken zonder te verminderen; Zelfs een arme man, een man met niets, zou rechtop kunnen staan in de aanwezigheid van degenen die rijkdom of macht hadden. Mensen wisten het niet, MMA Ramotswe voelde, hoeveel we in die dagen hadden-die dagen dat we zo weinig leken te hebben dat we zoveel hadden. Zij
(Such men knew their worth, but did not flaunt it. Such men could look anybody in the eye without flinching; even a poor man, a man with nothing, could stand upright in the presence of those who had wealth or power. People did not know, Mma Ramotswe felt, just how much we had in those days-those days when we seemed to have so little, we had so much. She)
MMA Ramotswe reflecteert op de kracht en waardigheid van bepaalde mannen die eigenwaarde bezaten zonder opscheppen te zijn. Deze personen waren zelfverzekerd en konden met iemand omgaan, ongeacht rijkdom of status. Hun innerlijke kwaliteiten stelden hen in staat om hun kalmte en respect in alle interacties te behouden, hetzij in aanwezigheid van de welvarende of die minder bedeelden.
Ze haalt ook op aan een tijd dat mensen minder leken te hebben, maar ze deelden een gevoel van overvloed in geest en verbinding. MMA Ramotswe is van mening dat de rijkdom van de gemeenschap in die dagen over het hoofd werd gezien, wat de waarde van nederigheid en wederzijds respect ten opzichte van materiaalbezit benadrukt.