In de valistrilogie van Philip K. Dick onderzoekt de auteur de fragiele en ambigue aard van gezond verstand en krankzinnigheid. Hij suggereert dat de grenzen tussen de twee staten ongelooflijk dun en complex zijn en deze vergelijken met een delicate rand die gemakkelijk kan vervagen. Dit roept vragen op over hoe we mentale stabiliteit definiëren en het potentieel voor mentale toestanden om onverwacht te verschuiven. Dick's gebruik van levendige metaforen benadrukt dat wat we als gezond verstand beschouwen misschien gewoon een illusie is, die ons begrip van de realiteit uitdaagt.
Bovendien overweegt Dick het idee dat gezond verstand misschien niet eens een concreet concept is. Het kan een voorbijgaand idee zijn, vergelijkbaar met een geest die aan onze greep ontsnapt. Dit weerspiegelt de diepere filosofische onderzoeken van de auteur naar het bestaan en de perceptie, wat suggereert dat de realiteit zelf onderhevig is aan interpretatie. Door deze thema's te onderzoeken, nodigt Dick lezers uit om hun opvattingen over geestelijke gezondheid en de subjectieve aard van menselijke ervaringen te heroverwegen.