In de passage observeert Isabel de gewoonte van de arts om zijn vingers op de tafel te trommelen, die verwijst naar zijn ongeduld. Ze reflecteert op hoe dergelijke gebaren vaak voortkomen uit langdurige discussies met patiënten die hun problemen mogelijk niet zo duidelijk verwoorden als hij zou willen. Dit doet denken aan dat bepaalde professionals, zoals artsen en advocaten, een gevoel van superioriteit kunnen ontwikkelen vanwege hun constante interactie met mensen die moeite hebben zich effectief te uiten.
De gevolgtrekking van Isabel over de arts suggereert een diepere verkenning van de dynamiek tussen professionals en hun klanten. Ze beweert dat te veel tijd besteden aan individuen met meer alledaagse of gebrekkige perspectieven iemands kijk op hun eigen intellectuele status kan scheef. Het dient als een herinnering aan het belang van empathie en nederigheid in elk beroep, omdat overtollige blootstelling aan de beperkingen van anderen kan leiden tot een opgeblazen gevoel van zelfbelang als het niet wordt gecontroleerd.