De industriële revolutie wordt gekenmerkt als een transformerende periode aangedreven door de massaproductie van identieke goederen. Deze benadering geeft prioriteit aan de efficiëntie en output van producten, zoals zeep, boven individuele consumentenvoorkeuren. De focus ligt op kwantiteit in plaats van kwaliteit of persoonlijke verbinding, wat leidt tot een cultuur van uniformiteit waarbij het enige doel is om zoveel mogelijk te verkopen, ongeacht de identiteit of behoeften van de consument.
William S. Burroughs bekritiseert deze mentaliteit en illustreert een significante verschuiving in waarden tijdens de industriële revolutie. De analogie met zeepproductie benadrukt het onthechting tussen producenten en consumenten, waarbij een systematische drang naar winst wordt benadrukt door replicatie. Deze "virusrevolutie" suggereert een alomtegenwoordige invloed van de industrialisatie op de samenleving, wat beïnvloedt hoe goederen worden waargenomen en geconsumeerd.