Het citaat benadrukt de angst van degenen aan de macht die zich realiseren dat hun positie precair is. Het suggereert dat deze 'onwaardig', of niet verdienende leiders, een bedreiging voelen die over hen opdoemt. De vergelijking met koeien duidt op hun instinctieve, bijna primaire reactie op gevaar, ter illustratie van hun ongemak en kwetsbaarheid ondanks hun autoriteit. Deze beelden bevat een diepgewortelde angst die degenen drijft die misschien niet echt hun macht verdienen om defensief te handelen.
De observatie van Burroughs wijst op de kwetsbaarheid van autoriteit en herinnert lezers eraan dat macht een onstabiele en tijdelijke toestand kan zijn. De metafoor van koeien die de grond poot, roept het idee op van rusteloosheid en onzekerheid op, wat suggereert dat zelfs degenen die sterk lijken en controle lijken, kunnen worden geplaagd door onzekerheid. Dit perspectief nodigt uit op de aard van leiderschap en de inherente risico's waarmee degenen die zich vastklampen zonder ware verdienste.