Er viel een lange stilte waarin ze iedereen onpartijdig haatte: Tor omdat hij zich gedroeg als de zoon van een boer wiens huisdierkip zojuist is beledigd; haar vader, omdat hij zo onwrikbaar koninklijk was; en Perlith omdat hij Perlith is.
(There was a long pause while she hated everyone impartially: Tor for behaving like a farmer's son whose pet chicken has just been insulted; her father, for being so immovably kingly; and Perlith for being Perlith.)
De hoofdpersoon ervaart een moment van diepe frustratie en wrok jegens verschillende individuen in haar leven. Ze voelt een mengeling van minachting voor Tor, die defensief reageert op een triviale belediging, en voor haar vader, wiens koninklijke houding onverzettelijk lijkt. Deze spanning benadrukt haar gevoel van isolement en de lasten van verwachtingen die haar erfgoed haar oplegt.
Bovendien strekt haar irritatie zich uit tot Perlith, wat haar bredere ontevredenheid over de mensen om haar heen weerspiegelt. Dit innerlijke conflict suggereert een strijd om identiteit te midden van de druk van haar koninklijke opvoeding en de complexe dynamiek met haar metgezellen, die een sleutelelement vormen in de ontwikkeling van haar personage in 'The Hero and The Crown'.