Ze brachten eigenlijk tijd door met het afvragen hoe mensen die zo sensationeel goed waren geweest {d.w.z. zij zelf} konden het vermogen tot schroom en twijfel en onzekerheid behouden die hen in staat had gesteld gelijk te hebben. Hoe zekerder je was van jezelf en je oordeel, hoe moeilijker het was om kansen te vinden die gebaseerd waren op het idee dat je uiteindelijk waarschijnlijk verkeerd was. De
(They actually spent time wondering how people who had been so sensationally right {i.e., they themselves} could preserve the capacity for diffidence and doubt and uncertainty that had enabled them to be right. The more sure you were of yourself and your judgment, the harder it was to find opportunities premised on the notion that you were, in the end, probably wrong. The)
Het verhaal onderzoekt de paradox waarmee degenen die de financiële crisis nauwkeurig voorspelden. Deze individuen vonden het verwarrend dat hun succes uit het verleden voortkwam uit een mentaliteit vol twijfel en onzekerheid. Hun vertrouwen om correct te zijn, contrasteer scherp met de nederigheid die hen in staat had gesteld om situaties kritisch te beoordelen.
Dit besef benadrukt dat overmoed kan blind worden voor nieuwe kansen, omdat hoe meer zeker iemand over zijn opvattingen denkt, hoe minder waarschijnlijk ze de mogelijkheid zijn om verkeerd te zijn. De auteur illustreert de waarde van het handhaven van een gevoel van scepsis bij de besluitvorming, en benadrukt hoe het kan leiden tot betere oordelen in onzekere situaties.