Ze konden hem niet aanraken omdat hij Tarzan, Mandrake, Flash Gordon was. Hij was Bill Shakespeare. Hij was Kaïn, Ulysses, de vliegende Nederlander; Hij was veel in Sodom, Deirdre van de Smarten, Sweeney in de nachtingales tussen bomen.
(They couldn't touch him because he was Tarzan, Mandrake, Flash Gordon. He was Bill Shakespeare. He was Cain, Ulysses, the Flying Dutchman; he was Lot in Sodom, Deirdre of the Sorrows, Sweeney in the nightingales among trees.)
Het citaat weerspiegelt het idee van een groter dan levenslange figuur die verschillende legendarische en mythologische persona's belichaamt, wat suggereert dat zijn identiteit gewone beperkingen overstijgt. Door te verwijzen naar Tarzan, Mandrake en Flash Gordon, roept de auteur beelden op van heroïsche karakters die conventionele beperkingen tarten, wat suggereert dat het onderwerp een buitengewone, bijna onkwetsbare essentie bezit.
Bovendien duidt de vermelding van literaire en historische figuren zoals Bill Shakespeare, Cain en Ulysses aan een rijk tapijt van menselijke ervaring en verhalen. Deze mix van culturele referenties houdt in dat het onderwerp functioneert op een niveau dat bijna mythisch, inspirerend ontzag en bewondering is, terwijl de complexiteit van zijn karakter wordt benadrukt in het verhaal van "Catch-22".