Dertigduizend jaar geleden; Toen mannen grotschilderijen maakten bij Lascaux, werkten ze twintig uur per week om zichzelf te voorzien van voedsel en onderdak en kleding. De rest van de tijd konden ze spelen of slapen, of doen wat ze wilden. En ze woonden in een natuurlijke wereld, met schone lucht, schoon water, prachtige bomen en zonsondergangen. Denk er eens over na. Twintig uur per week.
(Thirty thousand years ago; when men were doing cave paintings at Lascaux, they worked twenty hours a week to provide themselves with food and shelter and clothing. The rest of the time, they could play, or sleep, or do whatever they wanted. And they lived in a natural world, with clean air, clean water, beautiful trees and sunsets. Think about it. Twenty hours a week.)
In het verleden, specifiek dertigduizend jaar geleden, hadden mensen een aanzienlijk andere levensstijl in vergelijking met de moderne tijd. Tijdens het tijdperk van grotschilderijen in Lascaux wijdden mensen slechts twintig uur per week aan het beveiligen van basisbehoeften zoals voedsel, onderdak en kleding. Deze beperkte werkweek gaf hen voldoende tijd om vrijetijdsactiviteiten te ontspannen, te ontspannen en te genieten van hun omgeving.
Leven in harmonie met de natuur, ervoeren deze vroege mensen een ongerepte omgeving gevuld met schone lucht, zuiver water en prachtige landschappen. De eenvoud van hun leven, gecombineerd met de overvloed van vrije tijd, onderstreept een diepgaand contrast met het hedendaagse leven, waar werk vaak veel van onze tijd en energie verbruikt.